Op 9 maart moeten we ons logboek en positionering inleveren. Vóór het zover is hebben we de kans gekregen om elkaar van feedback te voorzien. We hebben afgelopen weken drie logboeken en drie positioneringen nagekeken van collega-studenten. Een hele klus, maar wel zeer waardevol. Door het werk van anderen te bekijken kun je beter inschatten hoever je bent en waar je nu staat. Het is ook een goede manier om te controleren of je niets vergeten bent, waar hiaten zitten en waar je de plank misschien wel volledig misslaat.
Na mijn feedback te hebben doorgenomen, heb ik voor mezelf de balans opgemaakt. De kritiek op mijn positionering is heel logisch, aangezien ik nog niet klaar ben en ik uiteindelijk een eerste versie heb ingeleverd. Belangrijke aandachtspunten zijn de vorm, zinsopbouw van de tekst en is mijn visie onvoldoende herkenbaar in de tekst. Ook is het belangrijk om van de tekst een lopend verhaal te maken en goed te letten op mijn spelling. Op dit moment is het nog teveel een opsomming en mist het nog een goed begin en eind. Een goede opmerking is ook het verband van de tekst en de titel, overigens is het nog een werktitel en kan het zijn dat ik deze titel helemaal niet ga gebruiken. Wat telkens terugkwam in de opmerkingen is het ontbreken van een bron die mijn visie tegenspreekt. De tekst is tevens nog te lang en wordt er terecht opgemerkt, 'kill my darlings, kill my darlings, kill my darlings'.
Wat betreft mijn logboek moet ik vooral de lijn in mijn onderzoek in de gaten houden. De vorm wordt wel als positief ontvangen, dus de vele uurtjes die ik daarin heb gestopt betalen zich nu toch wel uit. Ik moet wel nog duidelijker maken wat mijn eigen rol is in het geheel. Ik dacht dat ik dat in mijn relevantie wel duidelijk had gemaakt, maar daar moet ik dus ook nog naar kijken. Ook ontbreekt er nog een kritische reflectie op mijn onderzoek, het proces en het product. Het valt me op dat de opmerkingen vooral gaan over het ontbreken van een praktijkonderzoek. Inmiddels heb ik wel al een sessie gehad en hoop ik voor de deadline nog een bijeenkomst te kunnen organiseren. Dat wordt dus wel spannend. Wel ben ik van mening dat ik, doordat ik niet in de praktijk werkzaam ben, om een goed experiment te kunnen uitvoeren meer ervaring zou moeten hebben met VTS. Zelf zie ik het hele onderzoek als een soort nulmeting voor mijn kunsteducatieve praktijk die ik na de opleiding wil opbouwen. Het onderzoek stopt wat mij betreft niet na de Master. Om mijn logboek nog leesbaarder te maken zal ik bij de relevante koppen op de site een conclusie toevoegen, een korte samenvatting van mijn bevindingen. Alle feedback heb ik verzameld en aangegeven waar ik nog aan moet werken:
Comentários