top of page
Foto van schrijverGoedele Wellens

Motivatie en Relevantie

23 september 2019


Om mijn onderzoek te kaderen heb ik nagedacht over waarom ik dit onderzoek wil doen. Wat is mijn motivatie, de reden waarom ík dit onderzoek belangrijk vind. Daarnaast is de relevantie ook van belang, waarom vinden anderen dit belangrijk en wat is de meerwaarde voor het kunsteducatieve veld of maatschappelijke relevantie.


Voor deze denkoefening ben ik uitgegaan vanuit een persoonlijk perspectief, maatschappelijk en theoretisch.


Persoonlijk perspectief: Mijn motivatie voor dit onderzoek is in de eerste plaats mijn persoonlijke ergernis over de manier waarop het debat plaatsvindt aangaande nieuwkomers en mensen met een andere culturele achtergrond. In mijn ideale wereld zouden we de ander juist moeten verwelkomen en nieuwsgierig moeten zijn naar de ander. Hoe een ander in de wereld staat kan ons alleen maar verrijken. Dat is dan het ideale plaatje, waarbij ik mij ook realiseer dat de discussie complex is en je te maken hebt met vooroordelen en angsten van mensen.

Daarnaast ben ik door te reizen en in aanraking te komen met mensen uit een andere cultuur me steeds bewuster geworden van de houding en de impact van ons verleden op andere culturen. Dit heeft natuurlijk alles te maken met kolonisering en dekolonisering van landen die ooit door het Westen bezet zijn geweest. Hierin zit ook de relevantie van mijn onderzoek, ik denk dat je door het kijken en ervaren van kunst de verschillen kunt overbruggen zonder dat je daarmee de integriteit van de ander op het spel zet.

De reden voor de keuze van dit onderwerp is tevens heel erg persoonlijk; wij hebben alweer ruim 10 jaar geleden een dochter geadopteerd uit Ethiopië. Hoewel je min of meer voorbereid wordt in een adoptietraject word je toch nog geconfronteerd met vooroordelen over wie zij is en waar zij vandaan komt. Daarnaast zijn we ons heel erg bewust van het feit dat zij uit een andere cultuur komt en nu opgroeit in onze samenleving met onze cultuur. In hoeverre zal zij dit als gemis ervaren, in hoeverre zal dit haar anders vormen? Wij proberen haar bewust op te voeden met het idee dat Ethiopië ook een deel van haar is. Zo zijn we bijvoorbeeld in 2017 afgereisd om haar te laten ervaren waar ze vandaan komt. Die fascinatie met een culturele achtergrond, identiteit en nature-nurture komt daaruit voort.


Maatschappelijk perspectief:

Ik zie een hele duidelijke relevantie voor mijn onderzoek binnen de huidige maatschappij. Op dit moment is het diversiteitsvraagstuk, de multiculturele samenleving zeer actueel. De discussies buitelen over elkaar heen en de tegenstellingen en het wij-zij denken lijken alleen maar toe te nemen. Ik geloof niet dat dat de weg is en wil mij richten op het gesprek, het gelijkwaardig uitwisselen van ideeën en perspectieven op elkaar en onze afkomst. Afkomst doet er in die zin toe, dat we allemaal van huis uit normen en waarden, een eigen cultuur meegekregen hebben. Daarin kunnen we elkaar vinden of niet vinden, maar we kunnen alleen maar meer van elkaar leren door naar elkaar te luisteren en elkaar de ruimte te geven.


Educatief perspectief:

Door het kijken naar en het ervaren van kunst kan er iets in gang worden gezet. Doordat kunst geen kant-en-klaar antwoord geeft is kunst voor meerdere interpretaties mogelijk. Doordat je kunst op meerdere manieren kunt uitleggen ontstaat er ruimte waarbinnen je een gesprek kunt voeren. Je gebruikt die ruimte om te praten over datgene wat jij en de ander zien of voelen. Het educatieve aspect zit hem in het gesprek, het is een leerproces waarbij je van elkaar iets kunt leren. Door te praten verandert er iets in je gedachtenpatroon of in de manier waarop je eerder naar de dingen keek. Het sociale aspect is daarbij voor mij heel belangrijk. Leren doe je niet alleen, maar altijd (of toch in het beste geval) in een sociale context. Als je leert communiceer je en door te communiceren kan er een verandering plaatsvinden in je manier van denken. Hieruit vloeit ook een theoretisch perspectief voort, ik citeer voor het gemak even uit mij visie:


In Het prachtige risico van onderwijs refereert Biesta aan Dewey, die het bij leren expliciet heeft over communiceren. Op het moment dat we communiceren met anderen, onderwezen worden, kan het idee van de wereld dat je eerst had veranderen, hij noemt dit Deconstructief Pragmatisme "... een pragmatisme dat erkent dat het altijd in deconstructie is omdat het enkel kan bestaan in communicatie” (Biesta, 2015, pp. 66).

Dat wil zeggen dat communicatie alleen kan plaats vinden door transformatie, dus er treedt verandering op tijdens het communiceren, dat wil zeggen deconstructie. Als je daar niet voor open staat, sluit je anderen buiten. Je moet bereid zijn je open te stellen voor communicatie of het onderwezen willen worden met het risico dat je anders gaat denken. Wat niet wil zeggen dat je niet je eigen gedachten mag of kunt hebben, maar door communicatie ontstaat er meer begrip voor dat andere idee of die andere filosofie. Je leert je eigen plaats bepalen in de wereld, door je te emanciperen leer je voor jezelf denken in relatie tot de ander. “Leren om gelijke mensen te zijn in een ongelijke maatschappij” (Rancières, 1991, in Biesta, 2015, pp. 142). Je handeling heeft altijd effect op de ander, je kunt dus nooit alleen handelen. Zonder de ander gebeurt er niets. In je relatie tot de ander moet je als educator een balans vinden, je moet zoeken naar wat je wilt overbrengen en aan wie.


Dit is natuurlijk een filosofisch perspectief, maar ik denk dat het gesprek ook op een filosofisch niveau zou moeten plaatsvinden. Hoewel ik mij afvraag of ik het zo zou moeten benoemen, om het niet te hoogdrempelig te maken. Nu ik dit teruglees is het voor mij ook van belang een doelgroep te kiezen die open staat voor het leren over en van kunst!


Anekdote:

Praktijkvoorbeeld; Discussie Gouden Eeuw, Amsterdams museum.

Het Amsterdam museum heeft besloten de titel van de tentoonstelling ‘Hollanders van de Gouden Eeuw’ te wijzigen in ‘Groepsportretten van de 17de eeuw’.[1] Door de naam te veranderen willen ze het signaal afgeven dat de geschiedenis niet alleen de Hollanders aangaat, maar dat er ook andere groepen een rol hebben gespeeld in de welvaart van de Noordelijke Nederlanden in de 17de eeuw. De context of het perspectief verandert, eigenlijk verbreed je je kijk op de geschiedenis waardoor ook bijvoorbeeld slavenhandel een plek krijgt binnen de geschiedenis van De Nederlanden.[2]

Natuurlijk roept dit ook kritiek op, het zou bijvoorbeeld Nederlands cultureel erfgoed aantasten. Wat natuurlijk problematisch is, aangezien de identiteit van een land ook bepaald wordt door dat erfgoed.[3] Als je dat weghaalt, zo is het sentiment, wie of wat stel je dan nog voor als land. Nu denk ik dat het voorbeeld van de Gouden Eeuw echter wel een goede manier is om veranderingen te bewerkstelligen. Op het moment dat je de Gouden Eeuw blijft gebruiken, zet je een hele groep buiten de geschiedenis en zou je kunnen zeggen dat de geschiedenis onvolledig is. Je maakt deze nu eigenlijk completer door een naamswijziging mijns inziens zonder onze identiteit aan te tasten. Eerder open je de weg om het gesprek aan te gaan en na te denken over de rol van bijvoorbeeld de VOC binnen slavenhandel. Echter kun je ook beargumenteren dat je de term Gouden Eeuw ook kunt blijven gebruiken om juist de verhalen te vertellen van diegenen die niet geprofiteerd hebben van een eeuw die de één wel welvaart heeft gebracht en de ander niets dan ellende.[4]

Theorie:

Biesta, G. (2010). ‘This is My Truth, Tell Me Yours’. Deconstructive pragmatism as a philosophy for education. Educational Philosophy and Theory, 42(7), 710– 727. https://doi.org/10.1111/j.1469-5812.2008.00422.x


[1] Amsterdam Museum. (2019, 16 september). Hollandse Meesters Her-Zien. Geraadpleegd op 22 september 2019, van https://www.amsterdammuseum.nl/tentoonstellingen/hollandse-meesters-her-zien

[2] Pelckmans, S. (2019, 18 september). ‘Een officiële versie van het verleden opleggen, is typisch voor totalitaire regimes’. Geraadpleegd op 22 september 2019, van https://www.rektoverso.be/artikel/een-officile-versie-van-het-verleden-opleggen-is-typisch-voor-totalitaire-regimes

[3] Bosman (eindredactie), G., & NTR. (2019, 18 september). De Kennis van Nu. Geraadpleegd op 18 september 2019, van https://www.dekennisvannu.nl/site/media/De-Kennis-van-Nu/VPWON_1297952

[4] Demeester, A. (2019, 17 oktober). Opiniestuk naamgeving “Gouden Eeuw”. Geraadpleegd op 4 november 2019, van https://www.franshalsmuseum.nl/nl/news/opiniestuk-naamgeving-gouden-eeuw/


44 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page