“We zien de dingen niet zoals ze zijn, we zien ze zoals wij zijn.”
Anaïs Nin (Herman, 2016, p. 257)
Je verwonderen over de wereld en de dingen gedag zeggen alsof het de eerste keer is dat je ze tegenkomt. In het gedicht Marc groet ’s morgens de dingen van Paul van Ostaijen staat verwondering centraal. Het gedicht geeft in woord én beeld aan hoe het kijken en ervaren van kunst je kan meenemen op reis en kan verrassen. Philip Yenawine, voormalig hoofd educatie van het Museum of Modern Art in New York, geeft een prachtig voorbeeld van diezelfde verwondering van een kind dat telkens blijft vragen, maar waarom dan? Het kind vraagt Permission to wonder, toestemming aan de volwassene om zich te verwonderen. Een kind wil de wereld leren begrijpen, maar heeft nog niet de handvatten om die te duiden (Yenawine, 2013). Yenawine zet uiteen dat het niet erg is iets niet te weten, maar het juist goed is je dingen af te vragen. Yenawine (2013) refereert ook aan Abigail Housen die uitvoerig onderzoek heeft gedaan naar hoe het kijken naar kunst wordt verwerkt in de hersenen. Zij concludeert dat het niet gaat om wat je weet over een werk, maar hoe mensen gebruiken wat ze al wel weten. Door te leren kijken naar kunst en daar de tijd voor te nemen leer je meer over kunst en over elkaar, samen hebben zij de methode Visual Thinking Strategies (VTS) ontwikkeld.
Je hoeft niets te weten over een werk om te kijken en te leren van kunst, de eerste indruk kan al iets teweegbrengen. De fysieke ervaring speelt daarbij ook een rol, de impact van een werk zal groter zijn als je het in levenden lijve ervaart. Het werk raakt je en zet aan tot denken (Idema, 2019, p. 80). Mensen kijken vanuit hun persoonlijke ervaringen en vanuit die ervaringen benaderen zij een kunstwerk. Ten Thije (2016, p. 62) haalt Rancières aan die zegt dat het kunstwerk zelf onverschillig is, maar een mentale ruimte opent waarbij onbekende nieuwe ideeën worden vergeleken met beelden die je al hebt, waardoor nieuwe inzichten en verbanden worden gelegd. Bij de methode VTS gaan ze ervanuit dat je door te interpreteren een verbinding kunt leggen tussen wat wij denken, zien en communiceren. Door die gedachten te delen worden er nieuwe perspectieven geopend en leer je kritisch te denken (The Thinking Eye, z.d.). Je wordt bewust gemaakt van je eigen aannames en vooroordelen. Raffi Khatchadourian zegt in The New Yorker iets vergelijkbaars; kunst gaat over “vragen opwerpen en ruimte geven voor interpretatie en dialoog. Het feit dat kunst de dingen niet kan veranderen, maakt het een neutrale plek voor interacties en discussies, en is vervolgens in staat de wereld te veranderen” (Herman, 2016, p. 236). Je moet je bewust zijn of worden van je vooroordelen, mensen met een verschillende achtergrond zullen een andere interpretatie hebben, daar kun je het samen over hebben aan de hand van een kunstwerk (Herman, 2016, p. 265).
“Leren om gelijke mensen te zijn in een ongelijke maatschappij”
(Rancières geciteerd in Biesta, 2015, p. 142)
We leven in een multiculturele samenleving waar polarisatie toeneemt en technologie een steeds grotere rol speelt. Door die pluriformiteit en veelheid aan informatie is het van groot belang dat mensen zich kritisch en genuanceerd leren opstellen. Onderwijs speelt daarin een belangrijke rol. Onze open samenleving is door globalisering continu aan het veranderen, het is belangrijk je bewust te zijn en te accepteren dat er verschillende manieren zijn om naar de wereld te kijken (Van Heusden & Gielen, 2015).
Op Curriculum.nu is sinds 2019 burgerschap voor het eerst opgenomen in het landelijk curriculum als leerlijn. In het rapport wordt kritisch denken als belangrijke vaardigheid genoemd, waarbij leerlingen op gelijkwaardige wijze standpunten en inzichten leren uitwisselen (Curriculum.nu, 2019, p. 10). In hoeverre en op welke wijze dit toegepast zal worden in het onderwijs zal afhangen van de scholen zelf, maar deze ontwikkeling staat niet op zichzelf. Het is belangrijk dat kinderen en jongvolwassenen die nu opgroeien leren dat er meerdere perspectieven mogelijk zijn. Kunstonderwijs kan daar een belangrijke rol in spelen en kun je door het kijken naar kunst elkaar bevragen hoe wij willen samenleven en in wat voor maatschappij wij willen leven. Door gezamenlijk naar kunst te kijken kun je een nieuwe wereld of nieuwe verhalen ontdekken.
Volgens Boughton & Mason (1999, pp. 35-36) is het leggen van verbindingen tussen een wereld buiten de eigen wereld het doel van kunsteducatie in een multiculturele samenleving. Je leert de lerende dat er ook een ander perspectief op de wereld mogelijk is dan die binnen zijn huidige referentiekader. Kunst kan grenzen verleggen en inzichten verschaffen die zorgen voor meer begrip voor elkaar. Door je in het verhaal van de ander te verplaatsen ontwikkel je empathisch vermogen, Nussbaum (2011) noemt dat narratieve verbeelding.
Je moet je tegelijkertijd bewust zijn van verschillen én de gelijke waarde erkennen van verschillende culturen (Taylor et al., 1994). Door meer te leren over de ander door het kijken naar kunst kunnen we mogelijk ons standpunt veranderen. Op het moment dat je meer weet, wordt het gemakkelijker om de ander te erkennen. Door je open te stellen voor verschillende culturele en intellectuele perspectieven neemt de mogelijkheid om je te ontwikkelen alleen maar toe (Taylor et al., 1994, P. 9). Kunsteducatoren, maar ook kunstenaars en musea, kunnen een rol spelen in het bevragen en delen van die perspectieven. Kunstenaar doen dit al doordat ze met hun werk hun perspectief delen op de wereld, een museum doet dit door de keuzes die zij maken in hetgeen zij tentoonstellen.
Hoe kunnen we ons dan openstellen voor die andere perspectieven? Door ruimte te nemen voor een gesprek bied je elkaar de gelegenheid nieuwe verbanden te zien en ervaren, die ruimte kan kunst bieden. Een ruimte om de dialoog aan te gaan oftewel een tussenruimte (Van Zilfhout, Vergeer & Wiskerke, 2009). Kijken naar kunst kun je natuurlijk alleen, maar door samen te kijken leren we meer. “We leren onszelf te zijn en te zien door de ogen van anderen” … “Ons ‘zelf’ komt uit de spiegel die anderen ons voorhouden” (Oomkes, 2013, p. 32). Die spiegel die ons wordt voorgehouden kan een kunstwerk zijn en ons een nieuw uitzicht bieden op de wereld. Niet alleen het kunstwerk houdt ons een spiegel voor, ook die andere ogen die met ons mee kijken. Essentieel voor het menselijke leven is volgens Taylor (et al.,1994, p. 32) de onderlinge dialoog, we communiceren altijd op een of andere manier met elkaar. Onderwezen worden is volgens Biesta (2015) ook communicatie. Door onderwezen te worden kan je idee van de wereld veranderen, Biesta (2010) noemt dat Deconstructief Pragmatisme. Door te communiceren kun je een verandering bij elkaar teweegbrengen. Het klinkt simpel, maar is het niet. Het deconstructieve is de verandering die plaats vindt doordat je gedachten en opvattingen met elkaar deelt. Het pragmatische is hierbij belangrijk, aangezien het niet gaat om het overtuigen van elkaars standpunten, maar deze te delen om zo meer begrip voor elkaars standpunten te krijgen. Hierdoor treedt er dus een verandering op in de wijze waarop je elkaar ziet of begrijpt (Biesta, 2015). Door je open te stellen leer je begrip te krijgen voor het standpunt of de gedachte van de ander en leer je je daartoe te verhouden. Hoewel deze theorie van Biesta (2015, pp. 71-72) in tegenstrijd is met het constructivistische idee van leren, waarbij je kennis opbouwt uit eigen inzichten en kennis, hoeft het een het ander niet uit te sluiten. Vanuit die verandering, de deconstructie, kun je kennis opbouwen en weer construeren.
Voor die verandering heb je een veilige omgeving nodig om samen elkaars oordelen te onderzoeken en te bevragen. De kunsteducator helpt als begeleider om perspectieven en verhalen te delen die we allemaal in ons hebben. Kunst als middel om je bewust te worden van je oordelen, vooroordelen en aannames. Een kunstwerk communiceert en helpt je om met die andere bril naar de wereld te kijken. Volgens Ten Thije (2016, p. 74) kan kunst zo een rol spelen in het democratische proces en een museum een plek zijn waar bezoekers de dialoog met het werk aangaan. Laten we ons echter niet beperken tot het museum, het klaslokaal is ook een veilige omgeving om samen op onderzoek uit te gaan, het gesprek aan te gaan en perspectieven te delen. De school is een plek waar je de tijd zou moeten krijgen om jezelf te ontwikkelen tot ‘goed geïnformeerde, onafhankelijke en medelevende democratische burgers’ (Nussbaum, 2011, pp. 34-35). De kunsteducator kan je helpen die onderzoekende rol aan te nemen en je de ruimte geven om je te verwonderen. Sartre zegt dat een kunstwerk gaat over dat wat aanwezig is, dat wat je kunt waarnemen en dat wat afwezig is, je verbeelding. Je gebruikt je verbeelding om het beeld te interpreteren (Van Zilfhout, Vergeer & Wiskerke, 2009). Je kunt niet alles begrijpen, maar door te spreken kan de ander jouw woorden interpreteren en is het mogelijk elkaars perspectieven te delen. De kunsteducator helpt je om dit verhaal te duiden en te delen.
De kunsteducator is niet gebonden aan een plek, maar past zich aan, aan de groep en aan de omgeving waar zij samen met de anderen naar kunst kijkt. Dat kan in de klas, het museum, het theater, de openbare ruimte. Zij is zich altijd bewust van dat, wat de anderen zeggen, helpt om de verhalen te verwoorden die zij ‘lezen’ in het werk en deze te delen met elkaar. Maar nog belangrijker is dat zij de verwondering toelaat en mensen het gevoel geeft dat ze zich kunnen openstellen om naar die verhalen te zoeken die zij al in zich dragen en deze te delen zodat de anderen leren van die verhalen en elkaars perspectief op de wereld.
Literatuurlijst
Biesta, G. (2010). This is My Truth, Tell Me Yours. Deconstructive pragmatism as a philosophy for education. Educational Philosophy and Theory, 42(7), 710–727. https://doi.org/10.1111/j.1469-5812.2008.00422.x
Biesta, G. (2015). Het prachtige risico van onderwijs (4e ed.). Culemborg: Phronese.
Boughton, B., & Mason, R. (1999). Beyond Multicultural Art Education: International Perspectives. Münster: Waxmann.
Curriculum.nu. (2019). Toelichting Burgerschap. Geraadpleegd van https://www2.curriculum.nu/voorstellen/burgerschap/uitwerking-burgerschap/
Herman, A. E. (2016). De kunst van het observeren (1ste editie). Amsterdam: Atlas Contact, Uitgeverij.
Idema, J. (2019). Raak of vermaak? Geraadpleegd op 27 november 2019, van https://static1.squarespace.com/static/5ccbf0a4a9ab9538c2bff55c/t/5d19abf31576f600014bcbe4/1561963513719/Raak_of_vermaak_lowres_verspr.pdf
Nussbaum, M. C. (2011). Niet voor de winst: waarom de democratie de geesteswetenschappen nodig heeft. Amsterdam: Ambo.
Oomkes, F. R. (2013). Communicatieleer. In Communicatieleer, een inleiding (pp. 21–37). Den Haag: Boom Lemma.
Ostaijen, V., & Borgers, G. (red.). (1996). Marc groet ’s morgens de dingen [Gedicht]. Music-Hall (9de editie). Amsterdam: Prometheus.
Taylor, C., Gutmann (Red.), A., Appiah, K. A., Rockefeller, S. C., Habermas, J., & Walzer, M. (1994). Multiculturalism(Herz. ed.). Amsterdam: Amsterdam University Press.
Ten Thije, S. (2016). Het geëmancipeerde museum. Amsterdam: Mondriaan Fonds.
The Thinking Eye. (z.d.). Shaping Open Minds. Geraadpleegd op 2 maart 2020, van https://www.thinkingeye.org/shaping-open-minds
Van Heusden, B., & Gielen, P. (Reds.). (2015). Arts Education Beyond Art: Teaching Art in Times of Change. Amsterdam: Valiz.
Van Zilfhout, P., Vergeer, C., & Wiskerke, N. (Reds.). (2009). De Vrije Ruimte (1ste editie). Eindhoven: Damon B.V., Uitgeverij.
Yenawine, P. (2013 november). Visual Thinking Strategies: Learning How to Teach With Art. Geraadpleegd op 2 maart 2020, van https://www.utne.com/arts/learning-how-to-teach-with-art-ze0z1311zbla
Comments