We gaan werken vanuit de dialoog. Schrijven bestaat uit twee fases, waarbij de eerste fase de vrije schrijffase is en de tweede het redigeren en herschrijven. Wij proberen nu alleen vanuit de eerste vrije fase te gaan schrijven. Dit proces is het meest creatief en voorkomt dat je te snel een oordeel velt over dat wat je hebt geschreven. Wanneer je te snel iets vindt van je schrijfsels, ga je redigeren en dan belemmer je je creatieve proces. We gaan dus proberen zo lang mogelijk vrij te schrijven, dan pas te beoordelen.
De eerste oefening om los te komen is een dialoog op te roepen die je recent nog hebt opgevangen. Dat blijkt lastiger dan gedacht. Ik realiseer me daardoor ook weer dat ik bewuster moet waarnemen met al mijn zintuigen. Blijkbaar is dat geen automatisme en ben ik niet geneigd om bewust waar te nemen. Dit is een oefening die je moet blijven oefenen.
De tweede oefening doen we aan de hand van een foto. Waarbij we drie zinnen bedenken die de personages gezegd zouden kunnen hebben. Uiteindelijk kiezen we er twee waar we iets mee kunnen. Dan krijgen we de opdracht om met de afgevallen zin te gaan werken!
Jezelf uitdagen en op een verkeerd spoor zetten is een veelgebruikte tactiek bij het creatief schrijven. Dat en tijdsdruk, we moeten tot nu toe bij elke opdracht niet te lang stilstaan om na te denken. Dat is voor mij persoonlijk een erg goede oefening aangezien ik de neiging heb alles heel erg goed te willen doen. Zo kan ik dat steeds een beetje beter loslaten.
Telkens gaan we weer verder op het verhaal van een ander, waardoor je moet schakelen en die verschillende elementen geven het verhaal een heel andere wending. De eerste zin bij foto 1, is dus de zin waar we het minst tevreden over zijn.
Foto 1:
"Heb je het koud, meneer?"
"Ja, ja, het weertje is omgeslagen. Tjonge, jonge, Dennis heeft goed huisgehouden."
"Wij hebben gelukkig alle dakpannen nog op het dak liggen. Henk hier was alleen vergeten de tuinstoelen op te bergen. Nou, daar waren we mooi klaar mee. De schade aan mijn stoelen viel nog mee, maar mijn coniferen zijn d'r aan."
Vervolg:
"Dennis? Wie is Dennis? Waar heb je het over?"
Koud heb ik het wel, aardig dat je het vraagt Mien. Mijn vrouw is gelukkig zo lief geweest om een dekentje in het mandje van mijn scootmobiel te leggen. Maar waarom het dan zo'n lelijke moet zijn? Paars met gele strepen Het is een schat hoor Mien, maar soms begrijp ik hoor niet echt. Misschien kun jij haar een keer zeggen dat een 'unikleur' toch beter is?"
Akte 3:
"Mo, heb je dan echt niets gemerkt van de storm? Hiervoor hadden we Cyra en deze heet Dennis, de volgende heet Ellen."
En Mien hier! Die houdt toch nooit d'r snater, ze zal Fatima wel even instrueren dat ze voortaan een effen kleedje in je mandje moet doen."
De personages moet je karakter geven, dat wordt In Character genoemd. Je moet bewust zijn dat schrijftaal anders is, dan spreektaal. Klopt het wel wat er gezegd wordt? Je moet loskomen van jezelf en het karakter en het personage richting geven.
Foto 2; je schets de situatie, wat denk jij of weet jij wat er aan de hand is:
"Jezus, Sven, wat ben jij een ongelooflijke sukkel!"
"Moet jij zeggen, jij had die Chinees besteld!"
"Ja, daaag. Jij wilde nummer 44."
"Pekingeend is normaal gesproken godverdomme toch ook geen probleem!"
"Ik heb het je gezegd."
"Niet."
"Dan niet."
"Heb ik godverdomme voor het oog van de hele wereld mijn hele schaatspak vol gescheten!"
Foto 3; we krijgen ieder de helft van een foto, waar we eerst in hebben gevuld wat die personages gezegd zouden kunnen hebben. We krijgen dus weer een onverwacht element toegevoegd, waarmee we aan de slag moeten.
T: Hoe dan ook, die bank gaat vallen.
M: Ik heb er alles voor over, maar dat niet.
T: Wat wil je dan doen, er een staatsbank van maken?
M: Nee, laat die klerezooi maar mooi in elkaar vallen.
T: Je bent knettergek, weet je dat?
M: En ik heb jou altijd al een rat gevonden.
T: Stomme Oost-Duitse trut.
M: Pardon?
T: Je hebt me welk gehoord.
M: Ik hoop dat die klerenank instort met jou d'r nog in.
Een dialoog schrijven is moeilijker dan een fictief verhaal schrijven. Zoveel is wel duidelijk!