Theatermaker Inne Goris heeft als Artist in Residence gewerkt op de Imelda basisschool in de Brusselse wijk Sint-Jans-Molenbeek. De wijk in Brussel is een arme wijk waar veel kinderen minder kansen hebben dan in andere wijken. Inne Goris heeft gedurende haar verblijf op de school getracht de leerlingen op een structurele manier in aanraking te laten komen met kunst en cultuur. Haar ervaring was dat de leerkrachten op school standaard werkjes afleverden en zelf onzeker waren over hun creativiteit. De opdracht van Inne aan ons, studenten Master Kunsteducatie, was te zorgen dat haar werk ingebed zou worden in de school en de leerlingen blijvend onderwezen worden in het maken en ervaren van kunst.
Wij hebben daarvoor vier speerpunten geformuleerd om mee aan de slag te gaan:
1. Het verduurzamen van het werk van de afgelopen 4 jaar. Inne heeft in de school al een hele verandering teweeg gebracht. Hoe kan deze impact permanent ingebed worden in de school als zij er niet meer is? Inne is bang dat op het moment dat zij vertrekt er binnen de school weinig meer zal beklijven van het kunstonderwijs en de docenten snel weer terugvallen in oude patronen en kunst geen structureel onderdeel laten zijn van het curriculum.
2. Verandering bij de leraren teweeg brengen/het onderwijs veranderen Veel leraren vinden hun leerlingen niet creatief en denken over zichzelf dat ze geen muzische vorming kunnen geven. Hoe verander je dit en hoe krijg je leraren warm om er wel mee aan de slag te gaan? Uiteindelijk wil Inne eigenlijk het hele systeem veranderen, te beginnen bij de lerarenopleiding.
3. Respect voor alle partijen: kinderen, ouders, leraren Kinderen zijn volwaardige gesprekspartners om mee te werken. We mogen ze niet infantiliseren. Ook is het vertrouwen in de leraren belangrijk. Leraren zijn vaak nog onzeker over hun kennis en expertise met betrekking tot muzische vorming en kunsteducatie. Als er een artist in residence in de school komt is het belangrijk de leraren te erkennen in hun expertise. Daarnaast wil Inne de ouders betrekken, veel ouders zijn de Nederlandse taal niet machtig, en leven in relatieve armoede. Dit mag de kinderen niet belemmeren in hun ontwikkeling. Hoe betrek je de ouders bij de school, als gelijkwaardige partners. Hoe betrek je ze bij het leven van de kinderen op school en bij de projecten die Inne doet?
4. De passie van Inne doorgeven
Maar het belangrijkste doel is om Inne haar passie voor kunst[educatie] door te geven. In haar werk speelt de wisselwerking met het publiek en de ruimte een belangrijke rol. Dit willen wij ook in de uitwerking van dit project terug laten komen. Daarom hebben wij ons bewust gericht op de driehoek van ouders, leerkrachten en leerlingen en die passie van Inne.
Aan de hand van deze punten zijn wij aan de slag gegaan. We zijn uitgegaan van een in de toekomst te realiseren huis. Een huis waar in gewerkt, gereflecteerd en geëxperimenteerd kan worden. De inspiratie voor het huis hebben we bij werk van Inne zelf gehaald.
Het huis moet een veilige plek zijn, waar de leerling zich kan ontplooien op het gebied van muzische vorming (kunstvakken). Een plek om samen te zijn of te komen, leerlingen, ouders en leerkrachten. Door de tijd, ruimte en de juiste ondersteuning te bieden de leerling te laten groeien krijgt muzische vorming letterlijk en figuurlijk een plek binnen de school. ‘Een plek om onderwezen te worden (G. Biesta, 2014)’.
Naast het ontwikkelen van kunstzinnige vaardigheden kan het huis ook de sociale samenhang vergroten van de gemeenschap, in dit geval de driehoek van ouder, docent en leerling. Door ‘onze driehoek’ onderdeel te laten worden van de totstandkoming, uitwerking en invulling van het huis kunnen we de betrokkenheid op een positieve manier beïnvloeden.
Om nogmaals met Biesta te spreken, ‘het doen van kunst is een voortdurende verkenning van de ontmoeting met het andere en de ander.’ In het huis willen we de ruimte creëren voor de leerlingen om zich vrij te voelen en zich open te stellen voor kunst, maar dat geldt zeker ook voor de docenten. Zij moeten ook het gevoel hebben dat ze zich daar open kunnen stellen voor het geven van muzisch onderwijs.
De ruimte in het midden van de maquette van het huis van Inne met de vier blokken is een mooie metafoor voor de tussenruimte waar Biesta en Arendt over praten. In de wereld zijn betekent weerstand ontmoeten, op het moment dat de leerkracht je iets wil laten zien of wil tonen, kun je je daarvoor afzetten of je naar binnen keren in jezelf. Op het moment dat je de dialoog aangaat en je openstelt voor hetgeen je getoont wordt, dan bevind je je in het middengebied en kan het leren beginnen.
Het tonen, verkennen van de leerlingen vindt plaats in de vier kamers en de leerkrachten zullen ze daarbij meenemen. In de kamers kunnen ze dingen uitproberen en risico’s nemen, maar onder begeleiding van de leerkracht. Je beweegt je onderzoekend tussen de kamers, je experimenteert, je mislukt, het lukt, maar komt telkens weer in het midden uit, in de tussenruimte van de wereld.
Project i.s.m. Yvonne Dupuis, Hanne Groven en Moniek Molenaar
Comments