top of page

Gespreksvoering

Communiceren kun je op vele manieren, het kan ook mis gaan in de communicatie. Tijdens het begeleiden kun je gebruik maken van handvatten om een gesprek in goede banen te leiden. Op de website thomasencharles.nl over gesprekstechnieken vond ik een mooie illustratie met tips die je kunt gebruiken tijdens het begeleiden of voeren van een gesprek:

Hoe wij communiceren in zijn algemeenheid noemen we meta-communicatie. Je reflecteert dan eigenlijk op je communicatie. Je neemt een moment om het gesprek te overzien en bij te sturen. Als gespreksleider stuur je dit gesprek en probeer je het proces in balans te houden en niet té sturend te zijn. Als dat niet lukt ga je op zoek naar 'common ground', waarin kun je elkaar wel vinden. Het is belangrijk om contact te blijven maken en je bewust te zijn van elkaars gedrag. In de manier van vragen stellen of formulering en je toon stel je jezelf open voor de ander.


Naast het stellen van vragen is het ook van belang dat je goed luistert. Hoe wij luisteren is heel erg afhankelijk van hoe wij de persoon zien en is daardoor subjectief en selectief. 'Het eigen zelfbeeld bepaalt mede de wederzijdse verstaanbaarheid tussen coach en client en beïnvloedt de kwaliteit van de dialoog' (Berg, 2011, pp. 87). Door goed te luisteren kun je bepalen vanuit welk perspectief je een interventie zou kunnen doen. Afhankelijk van de situatie neem je een andere rol aan, of die van adviseur of begeleider. Als begeleider sluit je activerend af, je stelt een wedervraag. Je laat de ander zijn gedachten verwoorden of laat de ander met een oplossing komen. In je reactie moet je ook een keuze maken, je differentieert als het ware waarop je reageert. Je kunt niet op alles reageren en brengt een rangorde aan in je hoofd waarvan jij denkt dat het meest belangrijk is. Als je nu niet weet waar je op moet reageren kunt je altijd de vraag terugleggen bij de ander. Laat de ander dan zijn (hulp)vraag formuleren.


Naast luisteren is ook kijken van invloed op hoe je het gesprek op een goede manier kunt begeleiden. Als je iets wilt weten van de ander let je op de ander zijn non-verbale communicatie. Er is altijd een reden waarom iemand een bepaalde houding aanneemt. Dat hoor je en dat kun je zien. Beiden zijn van invloed op hoe je de ander ervaart, je hebt dus context nodig om een goed beeld van iemand te krijgen. Dat vraagt soms ook om meer informatie over de achtergrond van iemand, wat heeft hij of zij meegemaakt, wat is het normen- en waardensysteem van waaruit hij of zij vertrekt.


Wat wil ik bereiken in het voeren van gesprekken?

In relatie tot de colleges heb ik een vraag geformuleerd a.d.h.v. een nulmeting professionele gespreksvoering (Reekers en Spijkerman, 2010, pp. 5). Wat wil ik bereiken? Deze heb ik nu als volgt geformuleerd:

Hoe zorg ik ervoor dat je samen het gesprek kunt voeren op basis van gelijkwaardigheid, waarbij je elkaar vindt zonder dat jij of de ander zijn mening of gezichtspunt zou moeten aanpassen?


Waar moet ik dan aan werken om dit te bereiken? Voor mezelf heb ik aan de hand van de nulmeting de volgende punten geselecteerd:

  1. Objectief observeren en luisteren zonder oordeel en er daarbij altijd vanuit gaan dat er altijd sprake is van aannames en oordelen. Je bent altijd aan het interpreteren, maar je moet je bewust zijn van bepaalde stereotyperingen. > Coachen: Ik kan remmende gedachten bij anderen signaleren en hen stimuleren daar nieuwe gezichtspunten in te verkennen

  2. Binnen een groep op een positieve opbouwende manier een gesprek leiden en begeleiden. > Vraagverheldering: Ik kan aangeven wat feiten, veronderstellingen en gevoelens zijn en aangeven welke rol zij spelen bij het probleem of de vraag.

  3. Hoe zorg ik ervoor dat iedereen een gelijkwaardig aandeel heeft in een groep? > Omgaan met conflicten: Ik bespreek de conflictpunten met anderen zonder die uit de weg te gaan.

  4. Hoe zorg je ervoor dat het niet persoonlijk gemaakt wordt, het mag wel persoonlijk zijn, maar niet op de persoon gespeeld? > Omgaan met conflicten: ik heb oog voor de emoties van anderen, maar schiet daarbij zelf niet in de emotie, ook niet als de meningen en emoties van anderen afwijken van die van mijzelf.

  5. Als je een gesprek leidt ben je verantwoordelijk voor de keuzes die je maakt in het gesprek in relatie tot het onderwerp. > Adviseren: Ik stel vast of en in welke mate de ander(en) mijn inbreng kunnen accepteren en herformuleer indien nodig mijn advies op basis van mijn bevindingen.


Bronnen:

  • Bern van den, C. Werken in dialoog pp 83-96. Den Haag: Boom Lemma.

  • Reekers, M., Spijkerman, R. (2010). Professionele gespreksvoering, h.1, pp. 3-10). Amsterdam: Pearson Education Benelux bv.

  • College Communicatie in Begeleidingsprocessen.



707 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page