top of page
Foto van schrijverGoedele Wellens

LEREN OVER EN DOOR KUNST IS LEREN WAT JE OVER JEZELF EN DE ANDER NOG NIET WIST.

Bijgewerkt op: 4 apr. 2020

INLEIDING

De huidige maatschappij polariseert meer en meer, terwijl tegelijkertijd de diversiteit met name in de steden steeds groter wordt (Geldof, 2013). Hoe verhouden we ons tot elkaar en hoe kunnen we de dialoog respectvol aangaan en nader tot elkaar komen? Hoe kun je ervoor zorgen dat iedereen een gelijkwaardige positie inneemt in de samenleving. Volgens Geldof (2013) kan dit door meer te weten te komen van de ander en respect te tonen voor de leefwereld van de ander. We zijn allemaal op een of andere manier verbonden met elkaar en moeten met elkaar samenleven in een wereld waarin alles continu aan verandering onderhevig is.


Kan het kijken en ervaren van kunst helpen om de verschillen én overeenkomsten te omarmen? Een kunstenaar denkt out-of-the-box, kan kunst dan niet helpen om begrip te kweken voor elkaar in het anders zijn? Elkaar in de kunst ontmoeten. Kunst niet als instrument om te assimileren, maar om elkaar beter te begrijpen in ons anders zijn en elkaar niet als bedreiging te zien (Geldof, 2013). Het is mijn overtuiging dat je door te leren van en over kunst er een verandering kan optreden in ons denken, het moment van die verandering is het moment dat er ruimte is voor dialoog. Daar wil ik mijn onderzoek op richten.


WAT?

Wat is mijn onderwerp?

In hoeverre zijn mensen in staat om hun eigen blik op de wereld los te laten en open en onbevooroordeeld te kijken naar de ander? In hoeverre kan ik dat en in hoeverre ‘de ander’? In welke mate kan kunst mensen verbinden en kan er door middel van educatie een dialoog op gang worden gebracht? Kun je door het kijken naar kunst en deze te ervaren universele waarden formuleren die ons verbinden, maar tegelijkertijd ook onze verschillen omarmen? Het politieke klimaat heeft veel invloed op de manier waarop mensen elkaar benaderen, in hoeverre kun je voldoende draagvlak creëren om mensen nader tot elkaar te brengen? De dichter Édouard Glissant onderzocht de relaties tussen het lokale en globale door middel van zijn poëzie. Voor hem maakte kunst geen deel uit van het politieke systeem (propagandistische kunst buiten beschouwing gelaten) en is daarom een ideaal gebied om het gesprek aan te gaan (Last, 2016).


Hoe is mijn onderwerp gerelateerd aan kunsteducatie?

Kunst communiceert, zegt iets over de wereld en hoe wij ons verhouden tot elkaar. Hierdoor kan kunst een educatieve functie innemen en door te ervaren en kijken naar kunst kan er een dialoog op gang komen. De manier waarop iemand kijkt naar kunst wordt bepaald door de eigen achtergrond of bijvoorbeeld waar je bent opgegroeid. De manier waarop we een werk interpreteren hangt dus af van wie jij bent als persoon. Juist die verschillen in interpretatie kunnen een gesprek op gang brengen (Vermeersch en Elias, 2015). Door te leren treedt er een verandering op in ons denken, die kan anders zijn dan je verwacht, juist in het moment van die verandering ontstaat er ruimte om de dialoog aan te gaan en de nuance op te zoeken. Je wisselt ideeën uit, die overeenkomsten en verschillen geven dan weer stof om over te praten.


Wat is mijn onderzoeksvraag?

Op welke manier kan receptieve kunsteducatie een bijdrage leveren in het tot stand brengen van een dialoog tussen mensen met een verschillende culturele achtergrond?

Deelvragen:

  • Wat houden de verschillende concepten in; dialoog, receptieve kunsteducatie en culturele achtergronden?

  • Welke onderzoeken zijn er al gedaan op het gebied van interculturele cultuurdeelname en hoe verhoudt mijn onderzoek zich dan tot die andere onderzoeken?

  • Wat is de huidige stand van zaken, welke organisaties werken op dit moment op het gebied van interculturaliteit?

  • Treedt er daadwerkelijk verandering op bij deelnemers, komt de dialoog op gang?

  • Is er draagvlak voor en hoe kan dit duurzaam ingezet worden binnen een maatschappelijke organisatie?

Wat is de bredere relevantie van mijn onderzoek?

Mijn onderzoek zou een positieve bijdrage kunnen leveren in het aanzetten tot wederzijds begrip en een open dialoog tussen mensen met een verschillende culturele achtergrond.


WAAROM?

Wat is de bredere relevantie van mijn onderwerp?

Kunst is een individuele uitingsvorm die aan universele thema’s raakt. Daarom denk ik dat kunst een waardevolle bijdrage kan leveren aan deze discussie. Met dit onderzoek wil ik te weten komen of die dialoog daadwerkelijk tot stand komt en of er begrip optreedt voor elkaars standpunten. De reden dat ik dit onderzoek wil doen heeft te maken met het feit dat ik wil begrijpen, waarom mensen het moeilijk vinden elkaar te vinden, wat het zo moeilijk maakt je in de ander te verplaatsen. In zekere zin is dit onderzoek ook een onderzoek naar mijn eigen vooroordelen en vooringenomenheden. In hoeverre ga ik het gesprek aan met iemand die er totaal andere denkbeelden op nahoudt? Ik wil mensen overtuigen van het belang van de dialoog, voor de nuance die vaak ontbreekt in discussies over ‘de ander’. Hoe we dit door middel van kunsteducatie kunnen bereiken en verandering teweeg kunnen brengen.


Voor wie is het onderzoek belangrijk?

Het onderzoek is van belang voor organisaties die zich bezighouden met vraagstukken op het gebied van culturele uitwisselingen en diversiteit. Denk daarbij aan maatschappelijke organisaties die bijvoorbeeld met nieuwkomers werken, COA, AZC’s, buurtwerkers of politieke partijen. Tevens voor scholen kan het relevant zijn om moeilijke onderwerpen bespreekbaar te maken op het gebied van culturele diversiteit. Mijn onderzoek wil ik bewust niet binnen de context van een school uitvoeren. Mijns inziens is dit een maatschappelijk probleem en moeten we dit niet binnen de school op willen lossen. Hierin ben ik het eens met Biesta (2011), dat de school niet verantwoordelijk zou moeten zijn voor maatschappelijke problemen. Wel kan ik mij voorstellen dat mocht mijn onderzoek uiteindelijk leiden tot een methode of werkvorm die wel gebruikt zou kunnen worden binnen het onderwijs.


HOE?

Welke onderzoeksmethode ga ik gebruiken? In de eerste plaats ga ik literatuuronderzoek doen en inventariseren wat er allemaal over geschreven is en wat er op dit moment actief al gebeurt op het gebied van interculturele uitwisselingen in het algemeen en in hoeverre dit gebeurt binnen de culturele sector. Wat is de huidige stand van zaken? Het afnemen van interviews met verschillende partijen die te maken hebben met het onderwerp kunnen ook een schat aan informatie opleveren. Ik denk daarbij aan kunstenaars, organisaties of overheidsinstanties werkzaam op het gebied van interculturaliteit. Daarnaast kan het observeren a.d.h.v. bestaand of nieuw (zelf) te ontwikkelen materiaal veel informatie opleveren. De vraag is nu nog of ik dit dan binnen een organisatie zou moeten doen of zelfstandig en of dit haalbaar is binnen de tijd die ik heb?

Het onderzoek zal tussen een interpretatief en handelingsonderzoek inzitten. Interpretatief aangezien ik meer wil weten over de manier waarop we ons verhouden tot de ander. Op welke manier kunnen we ons openstellen voor de ander en hoe kan kunsteducatie daarin een rol spelen. Hoe kunnen we dus letterlijk mensen overhalen tot handelen.

Vooruitlopend op mijn onderzoek heb ik nagedacht over hoe deze vorm te geven. In eerste instantie dacht ik aan het organiseren van een expositie waarbij ik het resultaat van het onderzoek zou kunnen toepassen, maar de vraag is hoe haalbaar dat is. Een betere vorm en haalbaar zou kunnen zijn de dialoog concreet te maken door het gesprek aan te gaan met verschillende partijen die van belang zijn voor mijn onderzoek. Dat zou in de vorm van een emailconversatie kunnen zijn, een blog waar zij op kunnen reageren. Ook zou een podcast met interviews tot de mogelijkheden kunnen behoren. Dit zal allemaal afhangen van een eerste analyse en onderzoeksresultaten en hier kan ik op dit moment dus nog niet zo heel veel over zeggen.


Welke bronnen ga ik gebruiken?

o Bestaande onderzoeken o Literatuur o Websites op het gebied van kunst- en cultuureducatie o Bezoeken van tentoonstellingen en voorstellingen o Bestaande en zelf afgenomen interviews met organisaties, kunstenaars en partijen die

actief zijn op het gebied van interculturaliteit. o Observaties bij organisaties, kunstinstellingen, hiervan is het nog maar de vraag of dit

haalbaar is.


Wat betreft mijn bronnen wil ik voor mijzelf de aantekening maken dat ik in de gaten moeten houden dat de bronnen die ik ga gebruiken niet enkel vanuit een westers perspectief geschreven zijn.


TOT SLOT

Mijn onderzoek heeft te maken met een persoonlijke fascinatie met het huidige politieke klimaat en de veranderingen die zich op dit moment afspelen in de maatschappij. In mijn visie haal ik de uitspraak van Marcus Azzini aan van Theater Oostpool, hij zegt dat het moed vergt om een dialoog met de ander te beginnen. Het kost energie en moeite om te

beginnen met elkaar te begrijpen en daarin zijn we geen van allen een uitzondering. Het is mijn hoop dat uit mijn onderzoek blijkt dat we door het kijken en reflecteren op kunst hierin stappen kunnen zetten.


OUTLINE


  1. Inleiding a. Inleiding b. Context Met mijn visie als basis wil ik mijn onderzoek van context voorzien. c. Relevantie van mijn onderzoek d. Onderzoeksvraag en deelvragen e. Methodologie

  2. Concepten a. Uitwerking concepten (deelvraag 1) Uitwerking van de concepten, kernbegrippen; deze vormen de basis van mijn onderzoek.

  3. Analyse a. Inventarisatie onderzoeken en literatuur (deelvraag 2) b. Bronnenanalyse c. Conclusies literatuur- en bronnenonderzoek (deelvraag 3)

  4. Veldwerk a. Interviews met eventueel aangevuld observaties (deelvraag 4) b. Ontwikkeling werkvorm c. Analyse en conclusies (deelvraag 5)

  5. Conclusie a. Samenvatting b. Concluderend c. Bijlagen

Het is belangrijk om te beginnen met een inventarisatie van onderzoeken en literatuur die voor mijn onderzoek van belang zijn. Een eerste aanzet is al gemaakt (zie Planning), maar ik realiseer mij dat er nog veel meer informatie te vinden is. Door het zoeken naar informatie komen er als vanzelf nieuwe vragen op en dat vraagt om een continu aanscherpen van mijn onderzoeksvraag. Na een eerste analyse verwacht ik mijn vraag dan ook nog beter te kunnen specificeren. Omdat ik mij nog verder in de materie wil verdiepen en ik de doelgroep wil bepalen ná de uitwerking van de concepten zal ik in die fase een keuze moeten maken aangaande de doelgroep(en). Maar ook in welke context ik mijn onderzoek wil doen; binnen een maatschappelijke organisatie, culturele sector of anderszins. Het is dus nu eerst en vooral belangrijk om deelvraag 1 uit te gaan werken.

Afhankelijk van het verloop van mijn onderzoek en een eerste analyse wil ik bekijken of het een meerwaarde is en mogelijk, afhankelijk van tijd en geld, om nieuw educatief materiaal te ontwikkelen. Er zou dan uiteindelijk een product kunnen komen, als resultaat van mijn onderzoek, zoals bijvoorbeeld Lisa Hu, een spel heeft ontwikkeld, Challenge your Normal, om maatschappelijke problemen bespreekbaar te maken.


BRONNEN

20 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Commentaires


bottom of page